Had beter een nieuw jaar kunnen schrijven. Het duivenseizoen is eigenlijk al een week of zes geleden begonnen. De winterkweek is bij de meesten al op het eind aan het lopen. Of loop ik nu te hard van stapel. Het is wel een feit dat echt de allersnelsten reeds jongen hebben die je nagenoeg kan spenen. Wat ik elk jaar opnieuw verwonderlijk vind is dat de winterkwekers meestal beter weer treffen dan de mannen die half januari hun kweekseizoen laten ingaan. Ook dit seizoen is het tot nu toe nog niet echt winter. We hebben van dat sombere troosteloze weer en dat al een aantal weken.
Dit jaar heb ik niet heel veel kweekkoppels. Normaliter zijn het er wel een stuk of 25 tot 30. Maar omdat we de boel hebben gereorganiseerd zitten er nu nog maar 14. Hiervan waren 13 koppels die reeds op de 11e dag een ei tevoorschijn toverde. Je kan dan niet zeggen dat het slecht is gegaan. Eigenlijk voor mijn doen is het vergeleken met vorige seizoenen héél goed gegaan. Maar als ik dan naar het eindresultaat kijk is het één van de slechtste seizoenen qua aantal jongen wat ik uiteindelijk heb geringd. Van de 13 koppels heb ik 17 jongen kunnen ringen. Een beetje teleurstellend toch wel na zo’n veelbelovende start.
Niet dat ik mij daar aan vast moet houden maar er zijn een paar duivenvrienden in mijn directe omgeving die dit jaar hetzelfde ervaren. De duiven komen ook bij hun heel makkelijk op eieren maar het eindresultaat is niet evenredig. Vreemd toch.
Nog twee dagen en dan zijn alle rennen/hokken van het grote hok leeg. We gaan proberen een nieuwe start te maken. Het kweekhok is ook uitgedund. Kortom ik heb geprobeerd de gemiddelde kwaliteit een beetje te verhogen. Het resultaat van deze renovatie gaan we in de loop van het vliegseizoen zien. We gaan dit jaar met een kleine ploeg jonge duiven van start. We kunnen ze wel honderd procent aandacht geven en hopen daarmee genoeg ijzers in het vuur te hebben om weer wat hoopgevend materiaal in de vingers te krijgen om in 2020 een kwalitatief mooi ploegje oude duiven over te houden.
Iets geheel anders:
Een ieder die bekend is met onze thuissituatie weet dat mijn vader bij ons woont. Inmiddels heeft hij de leeftijd van 88 jaar bereikt en dan is het zaak dat er niet teveel problemen komen met de gezondheid. Een goede week geleden kreeg hij een wat vreemd gevoel bij zijn oor. Dat hebben we een paar dagen aangekeken maar ineens op dinsdagmiddag was de zijkant van zijn gezicht helemaal opgezet. En wel op zo’n manier dat we er van schrokken. Het was duidelijk dat de dokter daar bij moest komen. Geen probleem denk je dan, even bellen en dan is de oplossing nabij.
Half zes gebeld naar de huisartsenpost en die zouden de arts verwittigen en langs sturen.
Half zeven de arts (drie man sterk) voor de deur. Zij kwamen tot de conclusie dat het beter was dat hij werd opgehaald door de ambulance voor een bezoek aan het ziekenhuis om het goed te kunnen onderzoeken.
Nog voor zeven uur was de ambulance daar. Weer twee man in het aanbouwtje van Pa. Dan maar op weg naar de spoedeisende hulp. Bij binnenkomst werd ons gelijk al medegedeeld dat het erg druk was die avond. Nu dat hebben we gemerkt. Er werd het één en het ander onderzocht en daar moest op gewacht worden voordat er verder werd behandeld.
Half elf konden ze ons dan mededelen dat het een bacteriële infectie is en dat ze wel voorzichtig moesten zijn voor een eventuele bloedvergiftiging. Hij moest dan ook gelijk aan de antibiotica via een infuus en moest daarom in het ziekenhuis blijven. Er was alleen een probleem, hij kon niet in dit ziekenhuis blijven want er was geen plek meer. Nu moet u weten dat als wij de straat uitlopen in dit ziekenhuis zijn. Maar hij werd nu overgebracht naar Rotterdam.
Half twaalf, opnieuw in de ambulance naar het Maasstad ziekenhuis.
Twaalf uur, aankomst in het ziekenhuis. Uiteraard opnieuw wat onderzoekjes. En toen die klaar waren moesten we weer even wachten op zusters die hem naar zijn kamer konden brengen.
Twee uur, eindelijk waren we op de eindbestemming. Het infuus werd aangesloten en wij konden weer naar huis.
Half drie weer thuis op de Oudendijk. Al met al een lange dag.
Inmiddels zijn we vier dagen verder en is de oude baas alweer thuis. De antibiotica deed zijn werk meer dan voorbeeldig en het resultaat is duidelijk te zien.
Zo was het deze week niet alleen de duiven die onze aandacht vroegen. Maar eind goed al goed.