Er zijn altijd wel periodes dat een bepaalde liefhebber komt bovendrijven. Zo was er in Dordrecht eerst een periode dat Cappie de Groot de dienst uitmaakte. Zijn opvolger werd Nil Hinten. En dan kwam de periode van de Merwe. Cappie is al een hele lange tijd niet meer onder ons. Deze week is ook het tijdperk Nil Hinten afgesloten. Nil is op 89 jarige leeftijd deze week overleden.

Toen ik met duiven begon was het net de periode dat Nil de heerschappij van Cappie aan het overnemen was. Nil was in die tijd best revolutionair te noemen. Zo was hij in die tijd één van de weinige melkers die geen verschil zag tussen jaarlingen en oudere duiven. Het was in die tijd normaal dat de jaarlingen niet gespeeld werden op de fond. Nil maakte hier geen verschil in. Zijn jaarlingen gingen gewoon mee op Chateauroux, Ruffec en andere Orleansen. Opzienbarend voor die tijd. Hij was ook één van de eerste melkers die zijn duiven met zekere regelmaat trainde. Ik weet nog dat hij altijd naar Standaardbuiten reed. Voor zijn duiven een 20 kilometer vliegen. Voer kregen ze bij hem ook in overvloed. Vooral veel vetrijk voedsel in de vorm van snoepzaad. Hij gaf dit bij wijze van spreken met de schop. Terwijl andere liefhebbers dit per kilo kochten, schafte hij dit aan met 25 kilo balen tegelijk. Er lag ook altijd voer in de hokken. Van overbevolking had hij ook nooit gehoord. Hij was zo’n beetje de voorloper van de Verkerken. Nil had zulke kleine broedhokken dat hij van sommige broedschotels een stuk moest afhakken anders konden ze er niet in. De meeste theorieën deed hij af met: “Je moet goeie duiven hebben”. Waarschijnlijk had hij het grootste gelijk van wereld. En goeie duiven had hij. Duiven die zomaar een jaar of zes/zeven mee gingen. Dan bedoel ik meedoen in de kop van de uitslag. Maar hoe goed ze ook waren een naam geven was er niet bij. Zo was zijn allerbeste duif de “33” of het was de “01”. Bij uitzondering waren er duiven die een naam kregen als de “JONGE DRIE EENTJES” en de “OUDE DRIE EENTJES”. Kortom alles in alle eenvoud maar er tegen vliegen was niet eenvoudig. Mijn herinnering aan hoe goed zijn duiven wel niet waren was een vlucht vanuit Ruffec. Het was nog in het oude gebouw aan de Sportlaan. Toentertijd was het heel normaal dat de zaal vol was. Ongeveer 200 melkers speelden tezamen. Zaten allen in dit ene gebouw. Je kan wel nagaan dat het niet ongebruikelijk was dat er meer mensen dan stoelen waren. De reglementen gaven aan dat als een vlucht dezelfde dag niet afliep alle liefhebbers met hun klok een controle afslag moesten halen. Deze vlucht vanuit Ruffec was zo zwaar dat er maar twee duiven thuis waren gekomen in heel de Dordtse Bond. En u raad het al, beide duiven waren van Nil. Moet u zich voorstellen, een hele zaal vol met duivenmelkers die daar allemaal waren voor een controle afslag, maar ook allemaal met uitzondering van één een lege klok hadden. De twee duiven die Nil thuis had waren geklokt om half negen en kwart over negen. Tweede duif was trouwens de al eerder genoemde “33”. Die duif was heel bijzonder en kwam ook heel bijzonder aan zijn einde. Inmiddels op het kweekhok werd hij op een onbewaakt moment klem geduwd tussen de deur. Daar kon hij niet tegen en hierdoor werd zijn loopbaan abrupt beëindigd. Nil Hinten had zijn duivenstammetje opgebouwd door het samen zetten van pure fondduiven tegen het beste van het beste wat er vloog op de vitesse midfond. Dat was in die jaren zeer gebruikelijk want een ieder was op zoek naar duiven die zogenaamd allround waren. Zo was één van zijn stamdoffers de “OUDE AARDEN” . Je zou denken een rechtstreekse Jan Aarden duif. En dat klopt voor 50%, want in Dordrecht woonde toen Naut Aarden ( ik dacht een broer van Jan Aarden ). Van deze Naut had Nil op een gelukkige dag een bonnetje voor een jong gekocht. Niet overtuigd van de waarde wat dit bonnetje zou hebben, werd ook niet geïnformeerd wanneer hij een jong kon ophalen. Nout daarentegen was het bonnetje niet vergeten en stond op een gegeven moment aan de deur bij Nil met een mandje vol speenklere jongen. Dan toch maar een jong uitgezocht en dit werd de “OUDE AARDEN” . Het is echt waar, je bent meestal beter af met een onsje geluk dan met een kilo wijsheid. Deze Naut Aarden moet trouwens bijzonder goede duiven hebben gehad ,want van de Burgh uit Maasland werden superstars op de grote fond in die jaren met afstammelingen van hun “KLEINE NAUT”. Drie keer raden waar die vandaan kwam. Zo maar wat herinneringen uit lang vervlogen tijden. Daar zit je dan aan te denken als je hoort dat er weer een duivenmelker niet meer onder ons is.

Op eigen hok zijn de eieren van de kwekers inmiddels verlegd naar de voedsterkoppels. Zoals gebruikelijk waren weer niet alle eieren goed zoals dat gaat bij de echte winterkampioenen. Ik heb 32 koppels gezet . Twee oude duivinnen, één van 9 en één van 10 jaar oud hadden dit keer toch wel een dag of 6 meer nodig dan de rest om eieren te produceren. Ook was er één duivin van twee jaar oud die nog geen ei had, die is er dus niet meer. In dit soort duiven ga ik mijn tijd niet steken. Uit ervaring weet ik nu wel dat dit toch probleem gevallen blijven. Zo hier en daar nog een vuil eitje en het totaal aan jongen zal wel ergens rond de 50/56 uitkomen. Als daar nu eens één echte goede duif tussen zit ben ik weer tevreden.