1976 Het jaar dat te boek staat als het jaar met de warmste zomer van de vorige eeuw.
Eén bepaalde zaterdag kan ik mij nog herinneren als de dag van gisteren.
Het was een dag dat bij wijze van spreken de mussen dood van het dak vielen, zo warm.
In ieder geval een zaterdag waarop heden ten dagen niet meer gevlogen wordt met de duiven.
Deze zaterdag stonden er twee vluchten op het programma, Compiegne (300 km) voor de vitesse mannen en Chateauroux (600 km) voor de melkers met zin in een uitdaging.
Twee vluchten die op dezelfde dag werden ingemand, iets wat tegenwoordig niet meer mogelijk is blijkbaar.
Je moet ook echt een professor zijn om twee verschillend gekleurde labels aan een mand in de goede auto te krijgen.
Maar dat is een probleem van nu, toentertijd duidelijk niet.
Wat ook geen probleem was, was om de concoursen gewoon door te laten gaan vanuit de van tevoren geprogrammeerde plaatsen ondanks het warme weer.
Op de vlucht Compiegne had ik twee duiven mee en op de vlucht vanuit Chateauroux een stuk of 12, dit aantal weet ik niet precies meer.
In die tijd was het nog verplicht om je eerste duif aan te melden, het zij per telefoon of persoonlijk op een drietal bekende adressen zoals daar waren: Kleis Middelkoop, Koos Kerseboom en Co Hendriks. Later moest je dan ook bij dezelfde mensen informeren hoe laat de duivenklok binnen gebracht kon worden.
Ik was in die tijd maar een matig presterende liefhebber, maar die dag leek het wel of ik een echte kampioen was.
De twee duiven van Compiegne waren de VECHTER en de ZOON ROOIE.
Toen de eerste duif thuis was moest ik die zoals gebruikelijk gaan aanmelden maar omdat ikzelf geen telefoon had en mobiele telefoon een paar jaartjes op zich lieten wachten moest ik dit gaan doen op nummer 65 ik woonde toen zelf op nummer 87.
Goede raad was duur. Zou ik een paar minuten het melden uitstellen en het er op wagen door nog wat tijd op mijn hok te blijven.
Je was verplicht om binnen 15 minuten na aankomst van je eerste duif deze aan te melden.
Het gokje pakte goed uit want binnen een paar minuten was ook mijn tweede duif thuis.
Dat werd dus maar één ritje op de fiets naar de telefoon op nummer 65.
De uitslag was voor mij niet meer dan sensationeel, de twee wonnen prijzen 20 en 40 tegen net geen 2000 duiven.
Toen kon het lange wachten vanuit Chateauroux beginnen, mijn dag kon in ieder geval niet meer stuk, wat er ook gebeurde.
Maar ondanks mijn belabberde status als niet kampioen werd Chateauroux ook nog eens een ware zegetocht, dezelfde dag werden niet eens alle prijzen verdiend zo zwaar was het.
Van de 1000 ingekorfde duiven waren er die avond een goede 100 door gekomen waarvan 7 stuks van mijn hok.
Dit was procentueel het beste resultaat van heel de Dordtse Bond.
Tot op de dag van vandaag weet ik nog steeds niet waarom ik ( mijn duiven) op die dag zo konden presteren zoals zij deden want verder was het dit hele jaar maar een beetje mee doen in de marge
en dan nog uitgerekend op de dag dat het weer zou zijn voor de echte kampioenen.
Hierna begreep ik dat niet alles zwart/wit is in onze sport, grijs doet ook mee.

1998 was het jaar dat er gefilmd werd.
Voor alle duidelijkheid, het was voor een videoband van de KOERIER.
Wel weer zo’n mijlpaal in onze duivenloopbaan die onuitwisbare indrukken heeft nagelaten.
Voorbereidend werden er twee dagen achtereen stukjes opgenomen die lieten zien hoe ons hele systeem er uit zag op dat moment.
Zo moest ik uitleggen hoe we onze weduwduivinnen/doffers speelden.
Op het moment van filmen zaten de oude duiven helemaal in de voorbereiding van de laatste vlucht Bourges, de interprovinciale vlucht voor oude en jonge duiven.
De oude duiven werden op dat moment gespeeld op nest en het was de bedoeling dat ze op een jong van ongeveer tien dagen oud de strijd moesten aanbinden.
De jonge duiven die er inmiddels al een vlucht of tien op hadden zitten gingen gewoon weer allemaal mee mits ze niet te ver in de rui zaten.
Het mooiste stukje film zou de aankomstdag van deze Bourges moeten worden.
Heel mooi weer op deze zaterdag was gelijk al een mooie opsteker.
Omdat we inmiddels best een goede reputatie hadden opgebouwd werd verwacht dat het best eens druk zou kunnen worden met kijkers en inderdaad tegen dat de duiven moesten arriveren waren er toch wel een man of 15 aanwezig.
Het was ook het eerste seizoen dat er werd geconstateerd door een elektronisch systeem.
Heel het jaar had dit systeem ons niet in de steek gelaten.
En toen was het moment suprême aangebroken en daar maakte de eerste duif aanstalten om te landen.
Twee dingen gaan er dan door je hoofd, zouden er al veel zijn en welke duif is het.
De eerste duif was het “CHATEAUROUXDUIFJE” ja diezelfde die eerder dat jaar al de 1e Nat Chateauroux had gewonnen tegen 9337 duiven, deze keer goed voor de 10e tegen 6000 duiven.
Even later de tweede duif en toen begon het gedonder, hij liep over het systeem maar dit weigerde dienst.
Wat er toen gebeurde is nooit op de videoband verschenen maar ik kan u verzekeren dat het een gevoel gaf dat ik niet graag nog eens zou willen meemaken.
Gelukkig had ik het probleem nog redelijk snel opgelost, moesten daarna wel de oude duiven handmatig constateren.
Voordat het systeem weer werkte zaten er inmiddels een paar kijkers gereed met ieder een duif in de hand om deze over het systeem te halen.
Achteraf natuurlijk voor de filmmaker een uniek stukje film.
Weet niet wat hij met de leverancier van het systeem heeft afgesproken maar kan me indenken dat die er niet echt blij mee zou zijn geweest mocht dit in de film blijven.

Dit is de laatste keer dat ik terug in de tijd ga en u daar mee lastig val.
Het waren vooral momenten in mijn duivenmelkers loopbaan die voor mij voor altijd in mijn geheugen gegrift staan.
En er zijn toch veel dingen die ik door de jaren heen allemaal gedaan heb in onze sport.
Vooral gedreven om een paar centen bij te verdienen heb ik bijvoorbeeld een paar seizoenen op de vrachtwagen gereden om de manden op te halen bij de verenigingen, dit was de route van de toenmalige kring Lek & Merwe van de Afd C.
Op de inkorf avonden werden de duiven voor transport verzameld bij ons in Dordrecht. Dan kwamen de verschillende ophaalwagens naar ons gebouw en daar moesten die weer overgeladen worden in de grote opleggers voor het echte transport naar België en Frankrijk.
Ook dit overladen heb ik een paar jaar samen met Rinus Peperkamp voor mijn rekening genomen.
Dit was naast mijn normale werk als vrachtwagenchauffeur.
Dat werden lange dagen en voor 01.00 uur lag je nooit in je mandje, maar geen probleem je bent jong en je kan heel de wereld aan.
Een paar keer per jaar kon je echt veel zakgeld verdienen, dan werden de duiven bij ons centraal aangevoerd om te worden overgeringd en gestempeld.
Dat waren de vluchten St Vincent en Barcelona. Het betekende wel dat je tot vroeg in de volgende ochtend hiermee bezig kon zijn en een snipperdag de dag hierna geen overbodige luxe was.
Ben zelfs een paar seizoenen nog rekenaar geweest in de D.C.&.V.B., dit was nog in de tijd dat alles met de hand werd geschreven.
Ik was de rekenaar van dienst en Arie Bras was de schrijver en algehele regelneef.
Het duurde drie dagen voordat de laatste lijst klaar was en dan kon je op woensdag reclameren wanneer er iets fout was gegaan, en die waren er natuurlijk altijd meer dan genoeg.
Dit waren dan vooral de baantjes waar je een vergoeding voor kreeg.
Hoeveel uren er verder werden gemaakt puur vrijwillig en alleen als hobby is bij benadering niet in te schatten.
Meer dan veertig jaar achter de inkorftafel, totdat de computerklokken in gebruik werden genomen, wekelijks alle mechanische klokken lichten en de banderollen aflezen.
En dat moest dan elke week van ongeveer 200 liefhebbers.
Dus uren maken was de gewoonste zaak van de wereld.
Maar ik zou alles zo weer overdoen.