De kogel is door de kerk.

Niet dat het groot wereldnieuws is maar ik loop al een heel tijdje er aan te denken om met de duivensport te stoppen. En ik kon wel blijven denken maar heb inmiddels de knoop doorgehakt, ik stop er mee. Als ik dit schrijf zijn de  duiven op een paar na reeds vertrokken naar andere oorden. De laatste Mohikanen zullen zeer binnenkort ook hun nieuwe bestemming wel bereiken. En dan zit voor mij het actieve wedstrijd gedeelte er op. Zo’n beetje 55 jaar hebben ze een groot gedeelte van mijn leven beheerst. Denk er met zeer veel plezier op terug en heb bovendien bijzonder veel te danken aan de duiven zowel sportief als financieel.

Vroeger was alles beter is een dooddoener van de bovenste plank, maar toch. Ik vind dat de duivensport van vroeger nog het meeste weg had van een echte sport. Daar is voor mijn gevoel  niet veel meer van over. En het een sport noemen is de waarheid zoveel geweld aan doen, niet normaal. Wat ik vooral de laatste tijd meer en meer ben gaan missen zijn de gezellige dingen. Door het grote verlies van het aantal duivenmelkers in onze club (in 20 jaar van 250 naar nog nauwelijks 15 vliegende hokken) bestaat een gezellige clubavond bijna niet meer. Twee inkorfavonden achtereen wordt een hele worsteling om die door te komen. Halverwege de avond ben je nog met drie of vier man over om op de duivenauto te wachten. Als je dan twee uurtjes bij elkaar bent dan heb je al het nieuws en meer al wel doorgenomen en dan mag je de avond er opvolgend nog een keer. Iets teveel van het goede om interessant te blijven. Dit is beslist geen reden om het aantal vluchten te verminderen (voor mij zijn er nooit genoeg vluchten) maar wel reden om wat meer samenwerking te gaan doen. Je maakt mij niet wijs dat het gezellig is om met anderhalve kip uren door te brengen in een verder leeg clubgebouw. Samenwerken is het sleutelwoord.

Wat ik ook mis zijn de publieke verkopingen. Meestal een samenkomst van duivenmelkers die je normaal gesproken niet iedere week ziet. Toch prachtig. Wat ik altijd mooi vond was het bezichtigen van die paar echte goede duiven die daar werden verkocht. Want echte goede duiven zijn en blijven toch zeldzaamheden. Maar dit alles is ook verleden tijd.

Tegenwoordig zijn er nog alleen maar duiven te koop op de virtuele vuilnisbak die internet genoemd wordt. Vroeger hoorde je liefhebbers nog wel eens zeggen dat ze er weer een stelletje naar de kippenboer hadden laten verhuizen. Maar dat is nu anders. Het gaat als volgt: Je gaat een stamboomprogramma kopen, laat wat duivenfoto’s op een stamkaart zetten en hop je bent klaar om het internet te vervuilen met wat opruimers en wat ander gespuis waar je vanaf wilt. Er is altijd wel een argeloze stamkaarten freak die er een paar tientjes voor over heeft.

En zoals je op dit moment de sport (met enige hoop op succes) moet beoefenen moet ik hier niet schrijven. Bovendien als je mijn stukjes enigszins hebt gevolgd weet je wel hoe ik daarover denk. Dit alles bijeen maakt het voor mij iets minder moeilijk om de duivensport te verlaten.

Trouwens, geheel verlaten zal het toch nooit zijn want ik blijf het hele gebeuren op een afstandje volgen. Ga in het vliegseizoen heus wel kijken bij die of gene.

Misschien komt het zelfs wel zover dat ik weer met enige regelmaat een stukje tekst er probeer uit te persen.