De periode Bulakul….

Er was eens, zo begint menig sprookje. In het begin toen er voor het eerst gesproken werd over die schatrijke vent uit Bangkok, leek het ook een sprookje zoals die de duivensport ging beoefenen. Eerst op de locatie in Rijsoord, het prachtige huis met bijhorende hokken van Cees Bosschaard. Daarna het prachtige terrein met oude boerenstee aan het Laantje van Middenhoeve bij ons in Dubbeldam. En daarna speciaal voor de grote fond een locatie in Nieuw-Vossemeer.
Met respectievelijk Cees den Hartog, Piet Pellikaan en Adrie Scheurwater als manager hokverzorgers ter plekke. Vanaf 1983 werd dit alles opgestart, en ik mocht aan de zijkant alles een beetje van nabij volgen.
In deze periode deed ik samen met Dick Leeuwerke publieke verkopingen organiseren. Veel van deze verkopingen hielden we in Zwijndrecht. Piet Pellikaan en Cees den Hartog waren lid in deze vereniging. Zodoende kwam ik ook in contact met deze mannen, en van het één kwam het ander. Piet had op een gegeven moment zijn intrek genomen in de stee op Dubbeldam, en die stond op kijkafstand van mijn huis. Je kan wel nagaan dat ik daar regelmatig een bakkie ging halen.
Piet zocht in die tijd een mannetje wat de administratie van de duiven een beetje op orde kon brengen. En ja hoor, dat werd ik. Ging later ook mee met Piet als hij weer eens wat duiven ging aanschaffen in opdracht van zijn baas. Zo ben ik bijvoorbeeld mee geweest naar Jan Peters in Bemmel  om zijn Pau winnares te kopen. We zijn bij de Crommentuyn uit Velden de twee nationale winnaars gaan kopen. Maar wat mij het meeste is bijgebleven was de rit naar de Gebr Bisseling in Apeldoorn. Deze keer was Bulakul zelf ook mee. Dus succes gegarandeerd, wat aankopen betreft. Wat we daar bij die Gebr  Bisseling aantroffen tartte werkelijk alles. Oude kolere hokken waar ramen moesten zitten zat ofwel gaas ofwel een stuk doek.  Overal waar je keek lag de str…. een halve meter hoog. Eigenlijk een manier van duiven houden die in mijn ogen niet kon. En dat bleek ook later wel, toen de Gebroeders waren ontmaskerd. Bulakul kocht die keer de beste duif van Nederland voor een vermogen. Deze duivin was de NL80-1786730 “ASLY”.  Het mooie van deze aankoop was dat ik waarschijnlijk de enigste was die nog wat heb gehad aan deze aankoop.
Dit zat zo, Piet was niet de moeilijkste en meermaals had hij gevraagd aan mij of ik soms wat kon gebruiken. En dat leidden tot het verkrijgen van een koppel eieren van de toen Beroemde “412” NL84-1710412.  Deze “412” was een echte superduif, won maar liefst 7 keer de 1e prijs w.o. Chartres, Chateauroux maar ook van Bergerac.  Deze doffer was gekweekt uit twee rechtstreekse duiven van Achiel Leus uit Lede (B), puur Vitesse soort.  Toen ik de eieren mee nam stond hij gekoppeld aan een dochter van die duif van de Gebr Bisseling.
Die twee jongen waren een vale doffer en een kras duivin.  Deze duivin werd in 1989 moeder van onze Orléans winnaar  n.m. het “SCHALIETJE” NL89-5930312 die won 1e Nationaal Orléans tegen 10.069 duiven.
Om duidelijk te maken wat deze Hr Bulakul allemaal heeft aangeschaft in die periode moet u deze artikelen maar eens lezen: Rep. De Vredesduif Bulakul Voorwoord verkooplijst Bulakul.
Maar het waren niet alleen duiven die hij aanschafte, er liep van alles op die boerderij. Siervogels, Konijnen, Paarden, Geiten, je kan het zo gek niet opnoemen of het liep er. En alles natuurlijk van een apart ras en of extra duur. Voor die eenden en buitenvogels hadden de werkmensen rennen en buiten kooien getimmerd. Ook was een deel van de sloot afgezet.  Maar dit was niet erg goed gedaan want de sier eenden en zwarte zwanen werden meermaals aangetroffen in plekjes op Dubbeldam die niet veel met de stee van Bulakul te maken hadden. Ik denk dat men in Dubbeldam meermaals vreemd heeft opgekeken waar die exotische gevleugelde vrienden vandaan kwamen.
Maar ja, zo had heel de wijk plezier van deze beesten.

Het was voor mij persoonlijk een tijd om nooit te vergeten. Hetzelfde geldt voor mijn vriend Piet, die ik ook nooit zal vergeten, een pracht vent.