Gisteren was er de prijsuitreiking van de Dutch Golden Classic. Ook wel bekend als de gouden ringen competitie. Een spelletje waarbij we vanaf de beginjaren al betrokken zijn. Bij een bezoek aan de duivenshow in Blackpool kwamen we in contact met dit spelletje. Wim Vos was toen zo enthousiast gemaakt dat hij bij thuiskomst hiervan gelijk de organisatie voor ons samenspel ging regelen. Een speciale serie ringen was geen probleem. Melkers benaderen die bereid waren om twee ringen te kopen en ze ter verkoop aan te bieden was het eerste jaar nog wel een dingetje. Op dit moment is dit totaal geen probleem, we komen eerder nog ringen tekort. Inmiddels zijn we vanaf 2004 bezig om dit jaarlijks te organiseren en het mooie is dat er beslist nog geen sleet op zit. Ieder jaar opnieuw is de prijzenpot ongeveer 30.000 euro groot. En het allermooiste is dat ook door de jaren heen is gebleken dat iedereen in staat is om hier een graantje van mee te pikken.

Het mooiste bewijs is dit jaar geleverd door ondergetekende. Met een jonge duif van Herman Calon wist ik het zover te schoppen dat we als winnaar werden afgevlagd. Het duifje wist zich ook nog eens als tweede asduif in de competitie (over vier vluchten) te klasseren . Kortom, bij de eindafrekening mochten we ieder 2400 euro ophalen. Met het duifje is het uiteindelijk toch niet goed afgelopen. Op de laatste vlucht dat ik jonge duiven mee had gegeven werd er één verspeeld. Ik dacht 49 mee en 1 weg, u kunt wel raden welke.

Op dit moment gaan ook de vergaderingen weer komen. Voor de afdelings- vergadering hebben we alle voorstellen van de verschillende verenigingen gelezen. Het merendeel van de voorstellen gaat over het opnieuw indelen van leden en clubs in verschillende samenspelen.

Nog een voorstel, wat inhield dat de lossingsplaatsen gekozen moeten worden naargelang de wind. Bijvoorbeeld met een Oostenwind een losplaats meer oostelijk en andersom. Je moet toch wel veel vrije tijd hebben om zoiets te verzinnen. Zo denk ik er in ieder geval over.

Uiteraard ook voorstellen omtrent het vliegprogramma. Eén voorstel ging er over dat men niet zoals dit jaar gebeurde Duffel (nalijn) en Ruffec in hetzelfde weekend moest programmeren. Als reden werd opgegeven dat men dan op verschillende datums moest koppelen om aan beide vluchten mee te kunnen doen en daarmee de neststanden voor de nalijn in het geding kwamen. Ik weet niet of dit een serieus voorstel is. Maar volgens mij ga je toch al niet met dezelfde duiven naar Duffel en/of Ruffec, dus daar moet je zelf rekening mee houden. Uiteindelijk is het vliegprogramma al bekend in april. Ik zie echt het probleem niet. Er waren toch ook weekenden te over dat je overnacht vluchten vloog. Daar ga je toch ook geen Vitesse duiven op spelen.

Nog over het vlieg programma: Al honderd jaar laten we de kampioenschappen het vliegprogramma bepalen. Ik bedoel hiermee dat alles moet wijken om alle vluchten mee te kunnen doen. Het vliegprogramma moet zo ingedeeld zijn dat je alles kunt spelen met een beperkt aantal duiven. Zoals er nu ingekorfd wordt door verschillende hokken, (met de massa) is dit volkomen achterhaald. Het is denk ik beter om een ieder wekelijks te laten spelen wat zijn voorkeur heeft. Ik kan mij indenken dat als je graag Vitesse speelt je niet zit te wachten op iemand die 150 duiven mee geeft. Maar als er geen andere vluchten zijn geef je die melker geen andere keus. Met Vitesse duiven spelen is tegenwoordig meer een spel van snel binnen komen als van snel vliegen. Tegen de massa is niet te vliegen op vluchten van 100/250 kilometer. Zorg er voor dat er tegelijk met zo’n vitesse vlucht je ook een mooie vlucht mid/dagfond vlucht programmeert. Met de mogelijkheid om elke week je eigen spelletje te spelen zal je zien dat er meer melkers nog een beetje lol in de sport houden. Op deze manier kan je de massa speler ontwijken ofwel hij moet ook zijn ploeg verdelen.

Een vlieg programma opstellen naar Belgisch voorbeeld zou mijn ideaal zijn. Bijvoorbeeld heel het jaar door drie weken achtereen 100-150-200 kilometer en dan opnieuw 100-150-200 kilometer.

Vanaf Mei twee keer 300 kilometer en daarna de ene week een 400 km vlucht gevolgd door een dag fond vlucht. Er hoeven voor mij niet perse elke week 20 tot 30 duizend duiven in één concours te staan. Ik wil wel elke week een beetje plezier aan mijn sport beleven. En als het even kan veel plezier.

Vanaf begin Juni mag je dan ook bijvoorbeeld je jongen mee gaan geven ( op dezelfde vluchten als de oude duiven) mits de kilometers dit toestaan.

Als dit dan is geregeld gaat het samenspel bepalen welke vluchten gaan tellen voor een eventueel kampioenschap. Nu gebeurt dit nog steeds in mijn ogen in de verkeerde volgorde. Leven en laten leven. Een Vitessespeler geen 500 / 600 kilometer vlucht opdringen. En een Fondspeler geen Vitesse vluchten opdringen. Gewoon kunnen spelen waar je zin in hebt.

Het is maar een hersenspinsel van mij, maar ik denk dat er veel melkers zijn die zich in dit programma kunnen vinden.

Tot slot nog even de stand van zaken met de bouw. Hier weer een fotootje van de vooruitgang.

niuewe-ren