Kreeg al een mail waar mijn volgende blog bleef. De schrijver vroeg zich af of ik in een winterdip zou zitten. En eigenlijk heeft hij nog een beetje gelijk ook. Ik heb op dit moment totaal geen inspiratie om een fatsoenlijk verhaaltje in elkaar te breien.
Maar ik doe mijn best vanavond, er is uiteindelijk toch geen voetbal op de buis.
Het makkelijkste is natuurlijk om te schrijven over je eigen doen en laten op het hok. Maar dan ben je op dit moment natuurlijk ook gauw klaar. De jongen waar ik dit jaar mee ga vliegen zijn allemaal gespeend. Dat zijn er om precies te zijn nu nog 53. Twee rondjes van de veertien kweekkoppels plus nog wat van een paar koppeltjes vliegduiven.
En zoals bij iedereen ging er bij mij ook best weer wat mis. De eerste ronde heb ik bij een ploegje voedsters onder gebracht en dat ging prima. Op een gegeven moment moest ik hier en daar wat omleggen (de reden weet ik nog niet eens meer). Eén koppel, daarvan moest de duivin verhuizen. Bij dit koppel lagen op dat moment jongen van een dag of vijf oud. Dacht dat de doffer dit karweitje wel zou opknappen. En inderdaad toen ik heel laat (22.00 uur) ben gaan kijken hoe het ging zat hij mooi de jongkies warm te houden. De volgende ochtend was de teleurstelling des te groter dat hij het nest had verlaten en de jongen dood in de schotel lagen. Als je dan gaat nakijken welke jongen hij eigenlijk groot moest brengen wordt de teleurstelling alleen maar groter als blijkt dat het precies jongen waren van koppel 3, ofwel “JOEY” 1e NPO Bourges X “SIFRA” 10e NPO Ruffec.
Ik weet ook wel dat het waarschijnlijk toch geen toppers zouden zijn, maar toch. Ik heb toch nog altijd liever jongen van zo’n koppel als van een paar duiven waarvan alleen de pedigree hun adelbrief is.
Deze week mooi weer en voor de eerste keer de oude duiven weer eens laten vliegen. Heb dit jaar maar een klein ploegje. In totaal zitten er 12 jaarling doffers. That’s all.
Vorig jaar met de jonge duiven was het met prestaties maar zeer matig. Maar toch vind je dan nog altijd in zo’n ploeg een favoriet. Voor mij was dit de “006”, een duifje wat als jong drie vluchten achtereen een mooie prijs won. Bovendien vond ik het een duif die alles had om een goede duif te zijn. Nadat de duiven waren losgelaten ben ik naar binnen gegaan voor een bak koffie en een stukje in “De Duif” te lezen. Zat te lezen en hoorde ineens een doffe klap tegen het raam (het geluid van een duif die zijn bril niet op heeft) binnen een minuut gevolgd door nog eenzelfde klap. Inspectie buiten en ja hoor een dode duif op het dak. Waarschijnlijk door de klap zijn nek gebroken. Ik moet eigenlijk niet schrijven welke duif verongelukt is, natuurlijk de “006”.
Maar meermaals gelezen dat als narigheid die je overkomt zich alleen afspeelt op het duivenhok je een zeer gelukkig mens bent. En dit is een waarheid als een koe.

De buurvrouw liet ons deze foto toekomen.
Deze schrik van iedere duivenmelker zat 5 meter achter mijn hok op zijn gemak te ontbijten.

Om te besluiten op een vrolijke noot: