Ondanks dat hij al 50 jaar de duivensport beoefend zijn er denk ik veel lezers die nog nooit van hem hebben gehoord.
Hij is het prototype van een echte hobbyist.
Komende uit een echte duivenmelkers familie ( zijn vader, drie broers en een zwager waren allemaal duivenmelker ) was het eigenlijk niet meer dan normaal dat er duiven kwamen.

Wim moet zijn duiven houden op de vierkante meter.
In totaal staat er zes meter hok in zijn achtertuin.
Dit hok is verdeeld in drie afdelingen.
Omdat hij al zijn duiven speelt op de vluchten is er één afdeling voor 17 doffers, één afdeling voor 17 duivinnen plus een afdeling voor ongeveer 40 jongen.
Het zal u wel duidelijk zijn dat hier gewoekerd moet worden met de ruimte.
Maar dat is voor Wim geen reden om er met zijn pet naar te gooien.
En wat nog voornamer is, zijn duiven vliegen alsof ze op het mooiste hok van Zuid-Holland zouden wonen.

Dat ik deze liefhebber mag voorstellen aan de lezers van mijn blog vind ik echt geweldig.
Ik denk dat hij het ultieme voorbeeld is hoe je in kampioensstijl kan spelen op de simpelste wijze.
De voorliefde van Wim gaat uit naar de midfond en dagfond vluchten.
Als het een beetje meezit gaat zijn hele duivenbestand mee op deze vluchten.
Zoals bekend zijn dit niet de minste vluchten.
Maar voor Wim zijn het de makkelijkste vluchten als je goed wilt selecteren.
Zeker als je moet woekeren met de ruimte dan moet de selectie doorgevoerd worden.
En daar zijn de fondvluchten uitermate geschikt voor, dat kunnen ze of dat kunnen ze niet.
En door het jarenlang selecteren op deze vluchten heeft hij op dit moment een hele mooie collectie duiven die ijzersterk uit de voeten kunnen op hun specialiteit.
Ik zal u eerst voorstellen aan één van de weinige duiven die NIET werd doorgespeeld op de dagfond.
Het gaat over de NL18-1065556 deze doffer won op de vitesse:
Quievrain     64e tegen 1537 d.
Quievrain       2e tegen  2651 d.
Peronne         3e tegen  2161 d.
Peronne     193e tegen  1987 d.
Peronne       14e tegen    966 d.
Lennik        223e tegen  1189 d.
Peronne        42e tegen   652 d.
Toen het iets verder werd liet hij zijn ware klasse zien en won op de midfond;
Nanteuil         1e tegen 2158 d.
Melun             2e tegen 1704 d.
Melun             5e tegen 1405 d.
Pontoise        9e tegen   799 d.
Peronne         9e tegen   806 d.
Nanteuil        1e tegen    627 d.
Dat hij met deze uitslagen tot de top van Nederland zou behoren in zijn specialiteit werd wel verwacht maar er bleek geen betere duif te zijn in Nederland en werd gekroond tot 1e nationale asduif midfond.
Dat hij met deze reeks uitslagen niet werd doorgespeeld was een heel goed besluit.
Dan moeten zijn hokgenoten maar een tandje bij zetten op de dagfond dacht Wim.
En dat ze dit deden zal ik u aan de hand van wat kampioenschappen laten zien.
Maar eerst even dit.
Mocht u denken dat deze kampioenschappen werden behaald tegen een wat mindere concurrentie, Wim moet in rayon Oost van Afdeling 5 vliegen tegen mannen als Verkerk, Willem de Bruijn en Peter vd Merwe.
Op de eerste vlucht vanuit Blois waren er 5913 concurrenten.
Als u dit afzet tegen de totale vliegploeg van 34 eenheden van Wim is het toch verschrikkelijk knap wanneer je na 6 vluchten op de eindafrekening de 7e, de 8e, de 14e, de 46e en 47e kampioenduif dagfond op je hok hebt.
Veel liefhebbers die het in de massa zoeken zien hier toch het bewijs dat je met veel inzet, veel klasse en een mini kolonie niet hoeft onder te doen voor de veel inkorvers.
Het reilen en zeilen op dit kampioenen hokje is net zo simpel als hun accommodatie.
Ik schrijf bewust hun want al is Wim de enige echte eigenaar, hij heel veel plezier en gemak heeft hij van zijn duivenmaatje Adrie van Kooten.
Deze Adrie zorgt voor alles wat met administratie te maken heeft en daarnaast voor allerhande klusjes kan worden ingeschakeld.
Door het jaar heen krijgen de duiven de volgende verzorging voorgeschoteld.
Het jaar gaat van start met de koppeling begin januari.
Van zijn 5 kweekkoppels ( alleen oude prestatieduiven) worden de eerste eieren omgelegd bij de vliegduiven.
Daarnaast worden ook van de beste vliegers de eieren omgelegd bij de jaarlingen.
Dit moet dan resulteren in 40/50 jongen.
Bij het koppelen worden de koppels waar wat goeds reeds van is gekweekt weer op elkaar gezet en daarnaast wordt er gekeken naar goed X goed (zoals bij iedereen) en net als bij iedereen wordt er ook gecompenseerd (geen Groot X Groot of Klein X Klein enz.) ook weer net als bij ieder ander.
Vanaf 1 maart worden de oude duiven dan voor twee maanden verduisterd.
Zoals al eerder vermeld wordt hier alles in de mand gestoken, zowel doffers als duivinnen gaan op de vluchten mee.
Op het dofferhok zijn op 2 X 2 meter 17 broedhokken gepropt

In het duivinnen hok zijn gewoon wat schabjes aan de achterwand gespijkerd en daar zullen ze het mee moeten doen.
Op dit duivinnenhokje is er wel een constructie dat zij niet zo makkelijk op de vloer kunnen komen.
Dat maakt toch dat ze niet zo makkelijk aanlopen.
Voor aanvang van het seizoen gaan de oude duiven één of geen keer opgeleerd worden.
De doffers gaan in het vliegseizoen twee keer per dag los, daarbij komt er een half uur de vlag aan te pas om ze wel aan het trainen te krijgen.
De duivinnen komen maar één keer per dag los en ook die moeten een half uurtje in de lucht blijven.
Op de vitesse worden ze nog niet bij elkaar gelaten, pas op de midfond komen doffers en duivinnen weer bijeen.
Voor de vlucht kan het wel een vol uur zijn dat er getoond wordt.
Na de vlucht wordt het de meeste keren pas de andere dag dat ze uiteen worden gehaald.
De jonge duiven worden 5/6 keer opgelaten vanaf 3 t/m 30 kilometer.
Als alles goed gaat gaan die alle vluchten mee.
Ook deze worden verduisterd.
Medisch ziet het zo uit:
Oude duiven krijgen in november een dag of acht een kuurtje met Parastop.
Hierna ga ik met een paar oude duiven naar de Weerd voor een onderzoek (waarna ik zijn advies opvolg).
Als ze na het koppelen op eieren zitten krijgen ze een week lang BS van de Weerd.
Dit krijgen ze ook in het vliegseizoen om de drie á vier weken 2 dagen over het voer.
De paramixo enting wordt gedaan begin maart en dan jong en oud tegelijk.
Op mijn vraag waar de duiven van afstammen was hij duidelijk dat hij door de jaren heen een eigen stammetje had opgebouwd.
Er kwamen duiven van Dik van de Kooi, een plaatselijk kampioen die presteerde super vanaf Duffel tot Chateauroux met dezelfde duiven.
Van oorsprong had hij duiven van Van de Starre uit Rotterdam (het oude van Loon soort waar half Rotterdam mee is gelukt) en ook nog wat van Koopman ( waarschijnlijk ook nog het van Loon soort).
Ook nog wat duifjes van Arie Bresser en dan heb je wel de voornaamste leveranciers genoteerd.

Met dit systeem en accommodatie ga je er bij voorbaat niet vanuit dat je nu eens even tussen de grote mannen wordt opgemerkt.
Maar Wim bewijst dat het wel degelijk mogelijk is.
Probeer het maar eens na te doen om op een totaal van maximum 34 vliegduiven op het eind van het seizoen met de volgende titels te kunnen pronken.
1e Nationale asduif Midfond.
De 7e de 8e de 14e de 46e en 47e asduif dagfond tegen 5913 concurrenten in Afdeling 5.
Hij valt op de uitslagen dan niet op maar bij de eindafrekening ( duif kampioenschappen ) moet menig kampioen het afleggen tegen deze minikolonie.