
Afgelopen woensdagmorgen was het weer eens ouderwets praten over duiven met wat je kunt noemen echte kampioenen, even gauw opgeteld zat er ongeveer 175 jaar duivenmelkers ervaring aan tafel.
Je kan gerust zeggen dat ze onder elkaar door de jaren heen hebben gewonnen wat er te winnen was.
Het is en blijft altijd een genot als je met melkers die zoveel ervaring hebben met ons spelletje een boompje op kan zetten.
En het is nog interessanter dat er niet te veel onzin wordt uitgekraamd.
Gesprekspartners waren good old Jan Ouwerkerk, Rik van Dorp en ondergetekende.
Jan, inmiddels 85 jaar oud was weer eens ouderwets op zijn praatstoel en wij als jongeren hebben natuurlijk beleefd zijn verhaal aangehoord.
Hij heeft een heel akelige tijd achter zich met in korte periode vier ziekenhuisopnames en uiteindelijk heeft zijn mindere gezondheid ervoor gezorgd dat er nog heel weinig werd gespeeld afgelopen seizoen.
Gedurende het seizoen werden zijn jonge duiven van dit jaar al verwijderd en bovendien zijn ploeg oude duiven ook drastisch verminderd.
Met hulp van zijn zoon en zijn schoonzoon (Rik Ros) werd er nog wel aan een beperkt aantal vluchten deelgenomen.
Waarbij op Bergerac nog eens ouderwets werd gescoord, 5287 duiven in concours 4e-63e-95e-142e-173e etc. in totaal 15 prijzen van 22 duiven mee.
Hij is nog wel van plan met een ploegje duiven volgend seizoen mee te doen, dan gaat hij het 75ste seizoen als duivenmelker door het leven.
Zijn vader was ook duivenliefhebber en daarvan kreeg hij op zijn tiende verjaardag een hokje om zelfstandig een paar duiven te verzorgen.
Toen woonden ze nog in Zeeland, later verhuisd naar Rotterdam en in die periode speelde hij samen met zijn vader.
Na zijn trouwen met Annie werd neergestreken in Lekkerkerk.
Annie wist precies waar ze aan begon want zij kwam ook uit een echt duivenmelkers nest. Zo waren haar vader Dirk v.d.Graaf, broers Mels en Cees en zwager Henk de Groot (zoon van Cappie de Groot) allemaal duivenmelker.
Zo werd Annie de verzorgster van dienst en dit deed ze tot volle tevredenheid.
Bij Jan werd er letterlijk en figuurlijk bij de duiven geslapen, op de eerste verdieping de slaapkamer naast het duivinnenhok.
Denkt Jan dat hij de eerste was die het totaal weduwschap toepaste?
Ik zou niet weten wie mij voor was.
Vond het altijd al vreemd waarom er niet met duivinnen op weduwschap gespeeld werd.
Doordat wij klein behuisd zijn voor de duiven moest er wat gebeuren en ging ik experimenteren met de duivinnen op weduwschap en dat beviel zo goed dat ik het nooit meer heb veranderd.
Ik ben trouwens altijd al iemand die niet de afgetrapte paden blijft bewandelen.
Rond 1980 waren er in Dordrecht een paar liefhebbers die niet te kloppen waren op de vluchten met jonge duiven.
Tegelijkertijd was dit mijn achilleshiel bij het behalen van het generaal kampioenschap in kring en de toenmalige CC Zuid Holland.
Ik had in de wandelgangen wel iets gehoord over het verduisteren maar wist er het fijne niet van, heb toen contact opgenomen met één van de specialisten, namelijk Dik Stam.
Dik was niet moeilijk en legde mij het systeem wat hij hanteerde van A tot Z uit.
Vanaf dit bezoek en de uitleg hoe te handelen was er niet meer tegen ons te spelen op alle fronten en werden we meermaals kampioen in de CC.Zuid Holland.
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar, ik wil niet achteraan lopen in de optocht ik wil de vaandeldrager zijn en zo heb ik altijd de duivensport benaderd.
Wat was de beste duif die je door de jaren heen op je hok hebt gehad ?
Na een korte periode verzinnen werd het toch de “ST VINCENT” een doffer met een apart verhaal.
In deze periode verzorgde Annie de duiven voor 90% en kwam Jan amper op de hokken of het moest zijn tijdens het inmanden voor de vlucht.
Het was inkorven voor de eerste afdeling vlucht en er moesten gepoeld worden op de bovenste tien jongen.
Annie moest haar favorieten maar aangeven in volgorde, de eerste de beste die ze aangaf daarbij vroeg Jan zich af wat moet ik met zo’n dunne.
Die vraag werd ook gesteld aan Annie en die antwoordde dat dit beestje altijd één van de eerste thuis was.
Kortom hij werd één van de vaandeldragers als jong en jaarling op de zeg maar gewone vluchten.
Als tweejarige werd het plan gesmeed om hem te gaan spelen op St Vincent maar hoe meer dat deze vlucht dichterbij kwam hoe meer Jan ging twijfelen, je zou hem maar verspelen.
Annie stond er heel anders in en zei tegen Jan dat hij zijn planning niet ter elfder uur moest veranderen en hem gewoon moest inkorven.
Het werd een uitgestelde lossing en de duiven moesten op maandag thuis komen.
Jan moest gewoon gaan werken en kon niet op zijn duiven wachten maar volgde wel door regelmatig het thuisfront te bellen hoe het er voor stond.
Via via kwam hij te weten dat er duiven waren gevallen en hij Annie kon bellen dat zij om die en die tijd moest pakken en je raad het al, nagenoeg op die tijd was de “ST VINCENT” thuis.
Toen werd er nog echt nationaal gevlogen en won hij tegen heel Nederland de 7e prijs.
Hij won achtereenvolgens de 7e prijs, de 20e prijs en de 65e prijs nationaal drie jaar op rij vanuit St Vincent.
Zijn afstamming was 75% Piet Verbart en 25% Marijn van Geel want zo was Jan wel, specifieke Fond of Vitesse werden er niet gehouden ze moesten alles maar kunnen.
Dat brengt ons gelijk bij het antwoord op de vraag: Wat was je stomste streek die je met de duiven hebt uitgehaald ?.
Dat kwam zo, ik moest om kampioen te worden van de CC Zuid Holland ook mee doen op Barcelona en dat ging eigenlijk best goed.
Ik speelde er nooit meer dan twee en bijna altijd wonnen ze beiden prijs, en dit waren ook nog eens pure Verbarten (het zogenaamde Vitesse soort).
De al eerder genoemde Dik Stam maakte op een gegeven moment een prima uitslag vanuit Barcelona en hij vertelde mij dat dit kwam omdat hij gewoon zijn beste duiven speelde.
Echte fondduiven waren volgens hem hiervoor niet nodig gewoon je beste spelen.
Zo kreeg ik het in mijn hoofd om dat ook te gaan doen en korfde het volgende jaar mijn vier beste duiven van dat moment in op Barcelona.
Eindresultaat: De eerste moet nog steeds thuis komen.
Zomaar wat anekdotes na 75 jaar duivenmelken uit de mond van een rasmelker.