Nogmaals een stukje Van Oeckel.
Selectie op jonge duiven is ook zoiets, in 2020 hebben we slecht gespeeld met de jonge duiven en in 2021 komen er uit die ploeg jaarlingen vier duiven die bij de nationale asduiven in de eerste 10 presteren.
Toen konden we puur op de prestaties alleen vier duiven doorhouden en afgelopen jaar hadden we weer een minder seizoen met de jonge duiven en als we echt alleen naar de prestaties zouden kijken mogen er nu zes blijven, ,maar uit ervaring weten we inmiddels dat het niet perse aan de kwaliteit van de duiven moet liggen.
In de tussen liggende jaren vlogen de jongen prima en was er geen vuiltje aan de lucht.
Dus normaal gesproken wordt er weinig of niet geselecteerd door onszelf maar laten we bijna al onze jonge duiven jaarling worden, uitzondering hierop zijn de jongen die niet gezond kunnen blijven met onze verzorging.
Medisch is het bij ons net als bij de meesten:
De jonge duiven worden vanuit het nest gespoten tegen Paramixo/herpes, dan drie weken later Paramixo/rota. De volgende enting is met levend vaccin tegen paratyfus maar dit is wanneer het ons uitkomt en als laatste staat er een enting tegen pokken met het borsteltje op het programma.
Let op, onze jongen hebben dit jaar beslist niet goed gevlogen maar we hebben toch heel weinig last gehad van de voor iedereen belastende one-eye cold en denken dat dit komt door de eerste enting tegen paramixo/herpes.
Bij de oude en jonge duiven volgen we dan het volgende systeem.
Tegen tricho behandelen we het gehele jaar door alleen met de gele druppels met uitzondering van een kuur met poeder net na het vliegseizoen.
Wij geven die gele druppel over het voer. Daarvoor hebben we een mengtrommel. Daar kiepen we een emmer voer in en een flinke scheut van die gele druppel zonder dit speciaal af te wegen en geven dit in de winter om de drie/vier weken en in het vliegseizoen iedere week soms zelfs twee keer in de week.
Als je vier/vijf verschillende vluchten in het zelfde weekend speelt wordt dit gegeven wanneer het gros van de duiven thuis is en dat is meestal op zondag.
Wanneer duiven bij ons nog een dag of dagen later thuis komen gaan die altijd in quarantaine en krijgen die een gehele medische behandeling voor ze weer in de vliegploeg terug keren.
Normaal gesproken worden deze duiven de volgende week pas weer in de vliegploeg terug gezet en dan nog alleen als ze weer tiptop in orde zijn.
Wij zijn daar zeer streng in want met zo’n grote ploeg is het geen sinecure om die volledig gezond te houden en nemen daarom geen risico.
Zo wordt er voor gezorgd dat een laatkommer nooit op het hok kan drinken uit de gezamenlijke drinkpot.
Ik opperde dat dit wel een berg werk met zich meebrengt maar het antwoord was kort en eerlijk, “Het is ons werk hè, we proberen zo preventief mogelijk te werk te gaan en als dit lukt hebben we kans om een goed seizoen te draaien en daar doen we alles voor wat nodig is”.
Trainen aan huis gebeurt voor de oude duiven twee keer per dag tot ergens in mei en dit in vier ploegen, dus dat betekend 8 uur lang oude duiven uitlaten, dus tot die tijd blijft er weinig tijd over voor de jonge duiven.
Als eenmaal de halve fond begint wordt er nog één keer per dag getraind en voor de ploeg duiven die de nationaals moeten vliegen kan het zelfs gebeuren tussen twee vlucht maar één of twee keer en dat is dan meer dan genoeg.
We hebben een plan, maar er is zoveel te doen dat we toch elke dag moeten anticiperen en veranderen, zodoende dat er eigenlijk geen vast plan bestaat bij ons.
Opleren van de oude duiven ?
Oude duiven een keer of vijf met de auto tot aan Itteren 88 km.
Daarna is het opleren met vereniging op zondag vanuit Quievrain.
In het seizoen wordt er opgeleerd na een slecht verlopen vlucht, wij noemen dit vertrouwens vluchtjes.
De jongen worden heel veel keer weggebracht tot 7 km.
Tot afgelopen seizoen dachten we dat we oplossing hadden gevonden om het verliezen van de vele jongen tegen te gaan.
Brachten de jongen vanaf 7 km naar iedere windrichting O/N/W/Z. en nadat dit enige keren was gedaan gingen we naar 15 km en opnieuw uit iedere windrichting, het resultaat was dat we gedurende twee jaar beduidend minder jongen verspeelden als de concurrentie in de buurt.
Dit jaar precies hetzelfde gedaan en nu waren ook wij aan de beurt met de grote verliezen zoals iedereen.
Normaal was het dat we na het seizoen nog ongeveer 60% jonge duiven over hadden maar afgelopen
seizoen hadden we nog 50% voor aanvang van de eerste nationale vlucht.

De stamopbouw in grote lijnen.
Wij zijn op het oude adres gestart in 2001 met de duivensport voor eigen rekening.
De duiven op dat moment kwamen van Lanschots-Dockx, Hubert Schroyens (de schoonbroer van Jef Houben) Jan Broeckx en natuurlijk van mijn vader Jan Van Oeckel.
In 2007/2008 kwamen er wat betere resultaten en in die periode wist ik ook beslag te leggen op een paar nog steeds huidige basisduiven zoals een duif van het Geerinckx.
Die kwam van ene Jos Vissers uit Oud Turnhout, die man kocht er bij de Gebr Janssen en was ook bevriend bij Luc Geerinckx en ook daar kwamen er ieder jaar wat duiven.
Deze Jan Vissers wilde de duiven komen verzorgen bij ons maar dan moest ik wel al zijn duiven overnemen, dat waren zo’n 70 duiven in totaal maar dat vond ik teveel en zijn toen overeengekomen dat hij alleen de Geerinckx duiven mee zou brengen, ongeveer 15 in totaal.
Deze 15 duiven hebben we toen verdeeld met drieën, bij Broeckx zat daarbij z’n “GEERINCKX DUIVIN” (een topkweekduivin), bij vader Jan Van Oeckel zijn keus zat een duivin die moeder zou worden van zijn 1e Nationaal Bourges.
En onze eigen keuze leverde op de “ZWARTE DIAMANT” topkweker en vader van oa de “F16” en “MISS POZNAN” Olympiade duif.
Dan was er in een naburig dorp een collega bakker die de bakkerij wegdeed en zich nog alleen ging bezig houden met duiven en gaandeweg steeds beter ging spelen.
Eigenlijk niet verwonderlijk want die kocht ieder jaar een tiental duiven bij Jef Houben.
Maar helaas hij overleed en de duiven zouden verkocht worden.
Ik op zaterdag na het werk rond een uur of vier toch nog naar de verkoop en bij aankomst moesten er nog maar een tiental duiven verkocht worden.
Gauw nog even de duiven bekeken en tot slot nog een duifje gekocht voor 60 euro, het was een duivinnetje van 2002 en volgens een paar bekenden was dit duifje zijn lokduif, zeer klein maar zo echt een keihard blokje.
Een heel schoon duifje maar eigenlijk te klein, ik noemde haar ook het “SUPERKLEINTJE” en werd moeder van mijn “GASTON JUNIOR” en de “F16”. Twee kweekduiven waar we al jaren onze successen aan te danken hebben.
Dan zijn we in 2015 verhuisd naar het huidige adres en daarna in 2021 alle duiven ouder dan 2018 in verkoop gebracht met als resultaat een frisse start de volgende drie jaar.

Ieder jaar proberen we wel zo hier of daar een ronde jongen te kopen/uitproberen en dat is meestal niet van de grote namen maar wel graag bij de lokale kampioen.
Zo komt er ieder jaar één of twee rondes jongen van Geert Lambrechts naar ons, dit doen we al vanaf 2018. Het gaat hier om 50 jongen per ronde.
Waarom ik zo handel:
Je kan een budget hebben van bijvoorbeeld 10.000 euro en daar één duif voor kopen op één van de bestaande websites uit het volgens hun beste wat er op dat moment rond vliegt.
Met zo’n duif ga je uiteraard niet spelen en die gaat zonder enige vorm van selectie (uitgezonderd zijn stamkaart) gekoppeld worden aan het beste wat er op dat moment op je hok zit.
Volgens mij is dit gelijk aan een loterij met bijzonder veel nieten, wij doen geen uitbundige aankopen maar gaan liever in plaats van één lot in de loterij naar 50 en leggen die eerst het vuur aan hun schenen en na die selectie gaan er meestal een stuk of 3 á 4 van iedere ronde naar het kweekhok.
Wij zijn dan nog in de gelukkige omstandigheid dat we ook wel eens duif kunnen aanschaffen die iets meer dan normaal kost.
Zo kochten we een duifje van Rik Hermans voor redelijk wat geld en in 2020 konden we de “SUPER WERNER” National asduif en Olympiade duif op de snelheid bij Sas van der Eycken (een goede vriend) kopen maar dat zijn echt uitzonderingen.
Afgelopen jaar zijn we weer bij een liefhebber terecht gekomen waarvan we een stelletje jongen besteld hebben om mee te gaan vliegen, daar vandaan komen dit jaar een deel van de derde en de hele vierde ronde van zijn kweekduiven.
Dit is Wim Verbeeck uit Herselt een kleine melker maar in onze ogen een groot kampioen.
Zo hebben we van meerdere liefhebbers de jongen mogen testen zoals van een Herman Bevers waarbij een heel goede duif zat, maar ik zal je eens vertellen dat wij met duiven die uit de Vlaanders komen die dus beginnen met een drie of een vier in hun ringnummer nog niet veel geluk hebben gehad.
Ik denk dat dit veel te maken heeft met waar je woont, ik ga geen namen noemen maar de melkers waar wij jongen van hebben getest bezitten mee van de beste duiven van België maar volgens mij niet om mee te spelen in Antwerpen, puur vanwege de ligging.

We gaan er voor deze keer een eind aan breien en komen beslist deze zomer nog wel eens terug op dit kampioenen hok.