Vroeger was niet alles beter, wel was het heel anders.
In de periode dat ik een beetje serieus duivensport ging beoefenen golden er heel andere regels en zogenaamde wetmatigheden.
Toentertijd werden alleen de doffers gespeeld als oude duif, voor duivinnen was er geen aandacht ofwel interesse en als er met wat duivinnen werd gespeeld was dit van op het nest met als voornaamste doel een paar duiven op de grote fond te kunnen spelen.
De voornaamste reden hiervoor was het zogenaamde generaal kampioenschap, een kampioenschap waar alle vluchten voor in aanmerking kwamen waaronder ook de reguliere vluchten als St.Vincent en Bergerac.
Daar was geen ontkomen aan als je generaal kampioen wenste te worden.
Daar werd dan ook ruimschoots gebruik van gemaakt en daar korfde dan ook bijna iedereen een paar duifjes op in.
Specialisten van het grote werk waren er toen nog niet, op een enkele pionier daar gelaten die zijn geluk ging beproeven op een vlucht als Barcelona, maar die waren er niet zoveel dat zag je aan de deelname van een paar honderd duiven dan was het helemaal op.
Maar terug naar de speciale positie voor de doffers in die jaren.
Men was op de doffertjes echt zuinig, die probeerde men door er geduldig mee om te gaan een groot aantal jaren te benutten.
Dit begon al als jonge duif wanneer de doffertjes voor de eerste keer twee nachten in mand hadden doorgebracht en werden die voor de rest van het jonge duiven seizoen op rust gezet, dat vond men genoeg ervaring voor hun eerste jaar.
Duivinnetjes werden hierna ingekorfd tot en met de laatste vlucht (nationale Orleans) die gingen op een enkele uitzondering na toch niet meer mee in hun duivenleven.
Ook hier waren er zeg maar pioniers die wel eens een gokje durfden te wagen, die korfden dan een paar jongen in op een andere nationale vlucht dit was vanuit Angouleme.
Voor de doffers ging hun luizen leventje als jaarling gewoon door, heel zeldzaam werd er een jaarling doorgespeeld op de eendaagse fondvluchten, die werden dan puur alleen op de vitesse/midfond gehouden.
Klassiek werd de autovlucht vanuit Corbeil hun verste vlucht in kilometers, Orleans twee weken later werd alleen afgewerkt met de oudere duiven.
In tegenstelling tot wat men nu ziet gingen deze duiven wel 5, 6 en soms wel 7 jaar door met kopprijzen winnen, bij hun was dan duidelijk de tank niet leeg.
Heden ten dagen is dit ondenkbaar, alle duiven (doffers en duivinnen) worden vanaf jonge duif uitgeperst tot ze na twee jaar helemaal opgebruikt zijn.
Persoonlijk denk ik dat een duif in het bezit is van een soort van tank waar wij gebruik van kunnen maken en als die leeg is houd het op met prijsvliegen.
Stel dat die tank 5000 vliegkilometers bevat, dan kun je die leeg maken in drie seizoenen (zoals wij nu doen) maar je kan die tank ook zuinig beheren en er vijf jaar over doen om die leeg te maken.
Maar leeg is leeg, eenmaal zover dan kan je doen wat je wilt de tank blijft leeg.
Zal ook wel weer met kwaliteit te maken hebben wanneer die tank leeg is, maar je kan er natuurlijk wel voor zorgen dat hij zoveel als mogelijk een beetje gevuld blijft.
Daar ga je merken of je een duivenhouder of een duivenmanager bent.
Kees, super geschrieben, Willi