Door dit niet vliegen aan huis was het voor mij wel duidelijk dat de trainingen niet vanzelf zouden gaan. En ook dit werd waarheid. De eerste ploeg jongen ging voor de eerste keer naar 5 kilometer en die waren zelfs eerder thuis dan ik terug was met de auto. Voor zekerheid gekozen heb ik tripje nog wel een paar keer gedaan. Steeds ging dit van een leien dakje. Intussen was ook de tweede ploeg zover dat ze mee konden op training. Zowaar, ook deze waren op 5 kilometer razend snel thuis. Toen ze voor mijn gevoel tezamen genoeg waren weggebracht moest het er toch een keer van komen. Alleen vertrouwde ik het niet dat ze telkens zo snel thuis waren. Ik denk dat ze echt geen vertrouwen genoeg hadden om eens lekker op onderzoek uit gaan. Het was telkens gauw naar huis en dan vlug op het dak en blijven zitten waar ik zit.
De eerste keer dat de jongen niet op het eiland gelost worden is het meestal lang wachten eer ze boven water komen maar dat loopt altijd goed af. Een paar blijven er dan wel eens weg maar die zijn meestal op één hand te tellen. Dit keer de eerste gelost in de Moerdijk (voor mij 10 kilometer) bleven ze ook lang weg voordat er eindelijk één arriveerde. Je hoopt dat dit natuurlijk goed gaat aflopen zoals je gewend bent. Dit keer bleven er 20 voorgoed weg. Nog nooit meegemaakt. Ik ben er van overtuigd dat dit nog steeds de naweeën waren van de ziekte in het voorjaar.
Het niet trainen aan huis (ziek zijn) en daardoor geen vertrouwen (oriëntatie) heeft dit als resultaat.
Na een week zijn we weer begonnen met opleren en alhoewel dit alle keren niet vanzelf ging werden er toch nog maar een enkeling verspeeld. Inmiddels was de ploeg jongen wel gehalveerd. Daarom had ik de eerste vlucht maar 47 jongen ingekorfd. En wat denk je, de 1e prijs plus 13 duiven in de eerst 20 in de club. De eerste vier vluchten tot 170 kilometer waren best nog redelijk. Daarna toen we vanuit Frankrijk gingen vliegen kwamen de echte problemen boven water. Het prijspercentage werd echt kl…. 14 v/d 44. 7 v/d 42. 9 v/d 42 en 7 v/d 37 daarna wist ik genoeg. Dit gaat niet meer goed komen.
Het zag er voor 2019 dus naar uit dat ik moest starten met een ploeg bestaande uit: een prijsjes vlieger van 2016, een paar van 2017 die het redelijk hadden gedaan als jaarling en een ploeg van 2018 waarvan je bij voorbaat weet dat er niets van terecht komt. Geen fantastisch vooruitzicht.
Komt nog iets bij want dit was niet het enige obstakel richting toekomst. Dit obstakel was van een heel andere aard. Daarvoor moet je toch wel een paar jaar uittrekken.
Het gaat om het volgende: de juiste duiven op het kweekhok. Het soort duiven wat mijn kweekhok bevolkte rond de verkoop in 2008 was geheel opgebouwd met bewezen vliegduiven. Op een bepaald moment zaten er bij mij meer dan 25 verschillende duiven op het kweekhok die ieder minimaal één 1e prijs in groot verband wisten te winnen. Natuurlijk een ongekende weelde. Daarmee kweken was eigenlijk heel simpel. Ieder jaar opnieuw kwam er hier of daar wel een goede duif tevoorschijn.
Het werd al een stuk moeilijker na 2008, toen moest ik mijn kweekhok bevolken met jongen van deze duiven die niet geselecteerd waren op de vluchten. Maar na een paar jaar uitproberen zaten er toch weer een paar koppeltjes die een goede duif wisten voort te brengen.
Vanaf 2014 werd er weer een nieuwe periode op gang gegooid. Chaodong (mijn vriend uit China) vroeg of ik voor hem kon proberen wat echte superduiven aan te schaffen. Mijn voordeel zou zijn dat ik deze duiven een paar maanden tot soms een jaar mocht gebruiken voor de kweek. Fantastisch goede duiven zaten hierbij. Nationale asduiven en nationale winnaars kon ik gebruiken om tot nieuwe successen te komen. In 2015 werden er een paar echte goede duiven gekweekt. Vooral twee cracks op de dagfond waren mijn oogappels. Uit de ouders van deze twee duiven werden een flink aantal jongen gekweekt waarvan er meerderen op het kweekhok werden geplaatst. Zo had ik ineens een flink aantal (half) broers en zusters van de twee supers aan de kweek. Nu drie jaar later werd wel duidelijk dat dit een heel grote vergissing is geworden. Dus ook hier op het kweekhok moest er de grote borstel door gehaald worden. Inmiddels zijn (bijna) alle duiven verwijderd die zelf niet op de vluchten zijn geweest. Bij de veertien koppels die nu nog op het kweekhok vertoeven zitten sowieso al 19 verschillende duiven die minstens één 1e prijs hebben gewonnen. Zo zit er enige gelijkenis in de opbouw van het kweekhok zoals die ook was in de betere jaren van voor de totale verkoop. We beschouwen 2019 ook als een nieuwe start. Hoelang die gaat duren zal de toekomst uitwijzen…..