Eigenlijk maar een raar woord. Maar iedere duivenmelker weet wel wat dit inhoud. Nog niet zo heel lang geleden had iedere zich wel respecterende vereniging in de winter een bonnen verkoop. Na zo’n verkoping was de kas weer voldoende gevuld om wat extra’s voor hun leden te kunnen doen. De noodzaak om zo’n bonnen verkoop te organiseren is voor de meesten verenigingen niet meer nodig. In de meeste gevallen zijn er nog maar weinig verenigingen met een leden bestand wat vraagt om enige bijstand voor de aanschaf van bijv. kampioensprijzen of andere noodzakelijke benodigdheden. Je kan moeilijk een bonnen verkoop organiseren als je ledenbestand niet boven de tien uitkomt. Aan wie moet je dan nog die bij elkaar gebedelde bonnen slijten. In mijn ogen moet dit toch voor een groot deel door de eigen leden worden opgebracht. Maar daarvoor komt tegenwoordig het internet om de hoek kijken. Gelukkig zijn veel verenigingen zelf zo verstandig om deze bron van inkomsten voor een groot gedeelte links te laten liggen. Blijft over de verkopingen voor een goed doel zoals de kankerbestrijding of voor onderzoek van spierziektes. Mooie doelen waarvoor veel duivenmelkers zich altijd van hun beste kant laten zien. Doordat ik door de jaren heen best een redelijk palmares bijeen heb gevlogen krijg ik nog steeds aanvragen voor het schenken van een bon. Op een gegeven moment liep dit zo uit de hand dat ik daar voor een heel groot gedeelte mee gestopt ben. Verenigingen die een bon vragen voor het naderende jubileum of prijsuitreiking worden bij mij sowieso teleurgesteld. Ik zie daar ook de noodzaak niet van. Als je bijvoorbeeld voor een 50 jarig jubileum geld nodig hebt om dit te vieren ben je in mijn ogen 50 jaar te laat begonnen met geld opzij te leggen voor dit jubileum. Een bonnetje voor een goed doel zal zelden geweigerd worden. Maar…. wanneer dit ook meer een tiental gaat worden ga ik ook hier helaas mensen teleurstellen. Ik kan best een paar jongen missen gedurende de zomer. Maar ik wil ook wel dat ik de eventuele kopers goed kan behandelen. En als ik ongelimiteerd maar bonnen weggeef is dit onmogelijk. Anderen hebben daar minder problemen mee maar zo zit ik nu eenmaal niet in elkaar. Zo was er deze zomer een beginner (als je pas drie jaar duiven hebt ben je in mijn ogen nog een beginner) die bij mij de in de winter gekochte bon kwam verzilveren. In zijn enthousiasme had hij in de winter een aantal bonnen gekocht om zo op deze manier contacten te leggen en zijn horizon wat te verbreden. Bovendien werd het hem duidelijk dat hij met zijn huidige hokbestand niet snel bij de kampioenen zou komen. Via de aanschaf van wat bonnen dacht hij zijn duivenbestand op een wat hoger peil te kunnen krijgen. Er werd een afspraak gemaakt wanneer hij zijn bon bij mij kon verzilveren want vanuit Friesland was het toch altijd nog twee uur rijden. Bovendien moest er dezelfde rit ook nog een tweede bon worden omgezet in een duif. Dit werden dus twee vliegen in één klap. Nadat hij bij mij een jong had uitgezocht kwam de vraag of ik het jong van zijn andere bon eens wilde beoordelen. Het was geen jong wat hij had uitgezocht maar had gekregen. Deze bonschenker was namelijk niet aanwezig bij het moment van ophalen. Vond hij jammer want hij had graag een beetje uitleg van het een en het ander gekregen. Nu werd hem een mandje voorgeschoteld door een familielid en hij had de keus uit precies één jonge duif. Op deze manier gaat deze beginneling niet veel bonnen meer kopen in de toekomst denk ik. Jammer is het als je de kans hebt om een beginneling de weg een beetje te wijzen en zeker onze sport wat meer te laten omarmen, je hem zo behandeld. Geef dan geen bon als je van plan bent er zo mee om te gaan. Op zijn vraag hoe ik het jong beoordeelde heb ik maar geantwoord dat ik die vraag niet kon beantwoorden. Zijn antwoord: “Dat dacht ik al”. Duidelijk een gemiste kans deze jongen voor jaren aan onze sport te binden, jammer.
Deze week hadden de jongen op de uitslag een opleving.
Na twee weken van maar een beetje aan tobben was er deze week een opleving.
De vlucht van afgelopen zaterdag werd wel redelijk veel bepaald door de regenbuien. Tezamen met de flinke westenwind zat de Oostkant deze keer op rozen. Bij de eerste 36 duiven provinciaal was er precies één duif die niet uit Hardinxveld ofwel Dordrecht thuis hoorde.
Ikzelf won in de club de 1e en 2e prijs. Dit was maar tegen een handje vol duiven maar in de afdeling tegen 15.317 duiven wonnen zij de 15e en 24e prijs. Een kleine opleving in het tot nu toe troosteloze jonge duiven seizoen. De wind regelt de prijzen is een gezegde wat 100 % de waarheid is. Deze vlucht was zo’n school voorbeeld. Ik win in de club 9 prijzen van de 42 ingekorfde duiven. Daarentegen in de afdeling win ik 25 prijzen van de 42. Daarom moet je een uitslag op de juiste wijze lezen anders kun je beter alleen je eigen prijzen noteren en de rest te laten voor wat het is.